10. BRAULIO CARRILLO NATIONALE PARK
De autoweg van San José naar Limón loopt dwars door dit park. Het 4400 ha grote natuurpark, na La Amistad het tweede grootste van Costa Rica, is een uniek gebied met ruige berghellingen, primair bos, slapende vulkanen, bulderende watervallen, diepe kloven en vrijwel permanente mist of regen. Het park heeft drie ingangen, met informatiecentra en paden; twee ervan liggen aan de hoofdweg en de derde op de helling van de Vulkaan Barva (zie vulkanenpagina) bij een onverharde weg die alleen begaanbaar is in het droge seizoen. U kunt hier een wandeling van vijf uur maken door het vulkaanlandschap naar het kratermeer Danta en met een beetje geluk krijgt u onderweg quetzals te zien. Het Braulio Carrillo park kent een enorme diversiteit. Langs de grens met het reservaat van La Selva (een onderzoekscentrum naar het behoud van het tropische woud, indien u dit wilt bezoeken dient u dit vooraf te reserveren) in het noorden van het park strekt zich op 200 m hoogte een warm, vochtig regenwoud in tegenstelling tot het zuidelijke deel (rond de hoofdweg) van het park, dat op 1500‑2000 m hoogte ligt, met de top van de Vulkaan Barva (2906 m) als hoogste punt. In dit beter toegankelijke, hooggelegen gebied groeien eiken, cipressen, ceders, magnolia's en mossen die tal van vogels aantrekken, zoals de koningsgier, de Amerikaanse zwarte arend en de quetzal, maar ook coyotes, agoeti's en wilde katten. Tijdens een wandeling is de kans groot dat u uilen, vlinders, eekhoorns, koekoeken en vliegenvangers te zien krijgt. Kijk wel uit voor de enorme spinnen (tarantula's), bij uw kleding rekening houden met regen en lage temperaturen. U kunt ook met de Aerial Tram (de Regenwoudkabelbaan) boven de bomen uit het regenwoud bewonderen.